Vanaf 1 september 2006 is de regelgeving voor olie-/benzineafscheiders gewijzigd. De oude normen DIN 1999 en NEN 7089 zijn per deze datum vervallen en hier is de nieuwe Europese norm NEN-EN 858 voor in de plaats gekomen.
De NEN 7089 en de NEN-EN 858 lijken in veel gevallen sterk op elkaar, echter de capaciteits berekeningen vallen wel verschillend uit. De Europese norm houdt veel beter rekening met de omstandigheden van de locatie waar de afscheider wordt toegepast. Hierbij kunt u denken aan de temperatuur van het afvalwater, het gebruik van reinigingsmiddelen, de situatie waar de afscheider wordt ingezet en of er veel zand en slib vrij kan komen.
In onze nieuwe capaciteitsberekeningen vlg. NEN-EN 858 wordt er met bovenstaande punten rekening gehouden, wij zijn gaarne bereid voor uw situatie geheel vrijblijvend en gratis een capaciteitsberekening te maken en daarbij een bijbehorende afscheider te adviseren.
Het doel van afscheiders is te voorkomen dat vet en/of olie de werking van de rioolwaterzuiveringsinstallatie nadelig zullen beïnvloeden, en dat ons rioolstelsel niet wordt aangetast door deze stoffen. De afscheider zorgt er voor dat in dit geval olie/benzine en vetten van o.a. garagebedrijven, wasplaatsen, tankstations en terrein afwateringen bij de bron worden afgevangen.
Een complete afscheiderinstallatie bestaat altijd uit een slibvanger, olie/benzineafscheider (al dan niet met coalescentiefilter) en aan de uitlaatzijde van de afscheider een controle mogelijkheid zodat het bevoegde gezag hier een monster uit kan nemen om te kijken of uw lozing wel aan de lokaal gestelde eisen voldoet.
Een afscheiderinstallatie functioneert alleen op de juiste manier als deze: " Van voldoende capaciteit is (berekend vlg. NEN-EN 858) " Het systeem is uitgevoerd en werkt vlg. NEN-EN 858 " Tijdig door de erkende instanties wordt onderhouden en leeg gezogen.
Als de capaciteit van een afscheider te klein wordt gekozen zal de verblijftijd (stilstandtijd) te kort zijn waardoor het geëiste rendement niet haalbaar zal zijn. Hierdoor dient u niet alleen uw afscheider vaker te moeten reinigen (het verzameld vermogen is ook niet toereikend) dit is in veel gevallen een kostbare aangelegenheid, en hoe vaker hoe duurder. Tevens krijgt u in het slechtste geval van het bevoegde gezag een boete.
Aquafix Milieu is reeds klaar voor de nieuwe normen en onze adviseurs zijn zeer bedreven om U op de juiste wijzen te kunnen adviseren. Welke lozingseisen worden er gesteld voor Olie-/benzineafscheiders: Wanneer er wordt gewerkt met gecertificeerde afscheiders geldt een norm van 200 mg/l. De lozingsnorm voor oliehoudend afvalwater is 20 mg/l. in gevallen waar zonder olieafscheider of zonder gecertificeerde afscheider wordt gewerkt. Deze hoeveelheid komt overeen met een druppel olie per emmer water. Wanneer een olieafscheider niet is gecertificeerd, kan het bevoegde gezag de olieafscheider erkennen als gelijkwaardig, met de gelijkwaardige lozingseis van 200 mg/l. Hiervoor moeten wel de gegevens over de afscheiders door de ondernemer worden overlegd aan het bevoegde gezag. De norm van 200 mg/l. geldt voor enig steekmonster. Om daaraan te voldoen zal de gemiddelde concentratie lager liggen. De huidig geldende norm is de nieuwe NEN-EN 858. (bron: infomil.nl)
De overgang van NEN 7089 naar NEN-EN 858: Vanaf 1 september 2006 is de NEN 7089 vervangen door de NEN-EN 858. In veel van de huidige 8.40-amvb's wordt nog verwezen naar de NEN 7089, maar met de herziening van de regelgeving (activiteiten-amvb) zal deze worden vervangen door de NEN-EN 858. Als het bevoegde gezag op dit moment in een vergunning naar een norm voor olieafscheiders verwijst, is het noodzakelijk hier de nieuwe Europese norm voor te kiezen. Bij handhaving van de 8.40-amvb's wordt gecontroleerd op het voldoen aan de lozingseis. (bron: infomil.nl)
Olie is een ongewenste stof in het milieu, dus ook in het afvalwater. Daarom staan in de amvb-'s en Wm-vergunningen de voorschriften om het lozen van oliehoudend afvalwater te beperken. In veel gevallen hebben deze voorschriften betrekking op het repareren, wassen of tanken van motorvoertuigen. (bron: infomil.nl)
Als het bevoegde gezag vermoedt dat de lozingseis - 20 of 200 mg/l. - wordt overschreden, zal het bevoegde gezag dit moeten aantonen. Het bemonsteren en analyseren van het afvalwater is een taak voor het bevoegde gezag. Zij kan dit niet afwentelen op de ondernemer. Deze ondernemer moet de monstername wel mogelijk maken, daarom is in alle gevallen een controlevoorziening verplicht. Het afvalwater dient door de controlemogelijkheid geleid te worden voordat het vermengd wordt met andere afvalwater stromen. (bron: infomil.nl)
Onderhoud olieafscheiders: In de voorschiften staat dat de olieafscheiders goed onderhouden moeten worden. Bij amvb-bedrijven wordt gesproken over "reiniging zo vaak als voor een goede werking noodzakelijk is". Bijlage in de norm geeft hiervoor de aanbeveling om iedere 2 maanden de olieafscheider te onderhouden. Bij extensief gebruik is dit een tamelijk hoge frequentie. Vaak biedt een visuele inspectie van de afscheider ook veel inzicht in de onderhoudstoestand. Het effluent mag in ieder geval nooit meer dan 200 mg/l olie bevatten. (bron: infomil.nl)
Het is van belang, ook voor de ondernemer, dat de afscheider regelmatig wordt gecontroleerd op beschadigingen, corrosie of lekkage. Uiteraard kan dit alleen maar grondig gebeuren als de afscheider leeg is. Voor de ondernemer is dit van belang omdat bij lekkage van de afscheider bodemverontreiniging kan ontstaat waarvoor de ondernemer verantwoordelijk is.
De inhoud van een olieafscheider (en de bijbehorende slibvangput) moet worden ingezameld door een erkende inzamelaar. Deze erkende inzamelaar kan U van de nodige papieren voorzien zodat U bij het bevoegde gezag kunt aantonen dat U deze afvalstoffen op een verantwoorde wijze heeft afgevoerd.